De Nederlandse economie groeit in november met 0,56 procent. Dat voorspelt de Stand van Nederland, de barometer van de economie van Z24.

Nederlandse consumenten en ondernemers begonnen net weer een beetje vertrouwen te krijgen in de economie. Maar dat vertrouwen komt een beetje als mosterd na de maaltijd, want het beste lijkt er al weer vanaf.

Voor de maand november verwacht het model dat de economie met 0,56 procent zal groeien ten opzichte van november 2013. De economie groeit dus nog wel, maar minder hard dan in voorgaande maanden.

De schatting van de groei over de maand oktober blijft overigens wel redelijk stabiel. Op basis van de meest recente gegevens voor de maand oktober raamt De Stand van Nederland de groei voor oktober op 0,69 procent, vergeleken met een jaar eerder. Bij een eerdere schatting lag de groei een fractie hoger, op 0,75 procent.

De Stand van Nederland voorspelt de groei van de economie in de komende maand. Ze baseert zich daarbij op 24 uitkomsten van factoren die een bewezen voorspellende waarde hebben voor de conjunctuur, zoals het elektriciteitsverbruik, de koopbereidheid van consumenten, de autoverkopen en de situatie op de uitzendmarkt.

De gegevens zijn deels afkomstig van bedrijven, zoals elektriciteitsbeheerder Tennet en het economisch bureau van ING, en deels van brancheorganisaties zoals de BOVAG en de ABU. Het model zelf is ontwikkeld door de vakgroep econometrie van de Vrije Universiteit, onder leiding van hoogleraar Siem Jan Koopman.

Vertrouwen economie verbetert

De afgelopen maanden zagen veel indicatoren voor de economie er telkens iets gunstiger uit. Zelfs de Nederlandse consument kreeg eindelijk weer een beetje geloof. Dat zie je ook deze maand nog terug uit onderzoek van ING. Het percentage pessimisten dat van mening is dat de economie er zeer slecht voor staat, daalde van 6,4 naar 5,6 procent.

Ook aan het ondernemersfront in Nederland is er niet al te veel aan de hand. De peiling onder inkoopmanagers van NEVI duidt nog altijd op comfortabele groei voor de industrie, al zijn de cijfers iets minder uitbundig dan in de eerste helft van dit jaar.

Duitsland tandje lager

De negatieve kentering, die voor een rem op de groei lijkt te gaan zorgen, is vooral te zien in de buitenlandse factoren. Als kleine open economie is Nederland sterk afhankelijk van de internationale handel.

Zorgelijk wat dit betreft zijn vooral de tekenen van afkoeling in Duitsland. Zo is  het vertrouwen van de ondernemers in de Duitse industrie duidelijk gedaald. Ze verwachten de komende maanden minder orders, en die verwachting blijkt altijd een goede indicator voor de korte en middellange termijn. Zeker omdat de Nederlandse industrie en transportsector zwaar leunen op Duitsland.

Op een ander vlak, de inflatie, zijn de signalen voor Nederland meer gemengd. In de eurozone woedt een hevig debat over mogelijke 'deflatie', een structurele daling van lonen en prijzen als gevolg van uitblijvende groei.

Hoewel ook de inflatie-indicatoren die de Stand van Nederland meeneemt, relatief laag zijn, is Nederland met een inflatiepercentage van 0,9 procent in september nog een eind verwijderd van echte deflatie.

Uit een recente inventarisatie van productgroepen in het Nederlandse inflatiemandje door Z24 blijkt overigens dat vergeleken met een jaar geleden, meer productgroepen prijsdalingen vertonen.

Uitzendbranche lichtpuntje

Zijn er dan geen lichtpuntjes? Jawel. De uitzendbranche ziet nog steeds het aantal uitzenduren fors groeien. En niet lichtjes, maar met maar liefst 10 procent ten opzichte van vorig jaar. Dat kan een teken zijn dat Nederlandse ondernemers ondanks het slechte nieuws geloven dat als er een dipje komt, dat zeer tijdelijk zal zijn.

Lees ook

De Stand van Nederland: alles over de snelste barometer

Nederlandse industrie ziet meer orders, Duitsers pessimistischer

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl